‘Er wordt je verteld dat gender aangeboren is en dat je geen echt meisje bent’

In onze mailbox kregen we het volgende bericht:

Beste,
Op de website van Transgender TREND vond ik deze getuigenis.

Omdat dit voor ons als ouders zo herkenbaar is, heb ik het naar het Nederlands vertaald.
In de getuigenis wordt gevraagd het zoveel mogelijk te verspreiden.
Omdat ik geloof dat ook andere ouders hierin steun kunnen vinden, stuur ik het jullie toe.
Misschien kunnen jullie dit publiceren op jullie website.
xxxxx
Belgie

Dat doen we graag, natuurlijk. We bedanken xxxxx voor de vertaling. Hieronder staat deze, hier de link naar de oorspronkelijke website.

“Er wordt je verteld dat gender aangeboren is en dat je geen echt meisje bent”

Deze getuigenis is voor ons geschreven door een moeder en een onderwijzeres wier dochter ooit gedurende een periode van drie jaar dacht dat ze een jongen was. Ze is lid van de ouderondersteuningsgroep ‘Our Duty’ en hoewel ze anoniem wil blijven, twi?ttert ze op Kate @garro?ttecake. Our Duty is ook te vinden op Twi?tter op @OurDutyGrp.

We zullen niet veel over dit bericht zeggen, want het spreekt voor zich. Dit verslag weerspiegelt de ongekende situatie?e waarin ouders zich nu bevinden en we hopen dat het op grote schaal zal worden gedeeld, vooral op scholen. We zijn de auteur erg dankbaar dat zij ons toestemming hee? gegeven om het te publiceren.

Dit is waar we nu zijn. Je bent niet hier, behalve in de woorden die ik over je zeg. Maar jij bent de reden dat ik hier zit. In deze kamer met een stuk of ?en andere ouders, slechts door één ding verenigd: onze kinderen denken dat ze het andere geslacht zijn.

Dit is geen groep waarvan iemand zou willen deel uitmaken. We zijn kwetsbaar. Iedereen huilt op zijn minst op een gegeven moment. De woede op autoriteiten – artsen, poli?ci, leraren – is voelbaar, evenals het gevoel van verraad. We hebben allemaal het vertrouwen verloren. Sommigen van ons hebben vrienden en familie verloren. Voor sommigen van ons hebben juist de kinderen die we hier proberen te beschermen ons afgewezen, soms op de meest brutale manier.

Wij zijn de slechte ouders die niet geloven. De ouders die vertrouwen hebben, staan in elke krant die je opent, in elke YouTube-video; royalty smiles van ondersteunende ouders, en bedrijven staan in de rij om lid te worden van hun gli?tterfamilie. Terwijl wij elkaar in het geheim ontmoeten; wij dragen paspoorten om te bewijzen dat we lid zijn van onze trieste cirkel; we fluisteren alleen namen als we dat willen. Hier vertellen we de waarheid – soms alleen in deze kamer – en voelen we de luxe ervan als een streling: mijn zoon zegt dat hij een meisje is; mijn dochter zegt dat ze een jongen is. Het is niet echt; het kan onmogelijk zo zijn.

Je bent altijd in mijn gedachten en op mijn tong. Ik ben anders dan alle anderen in de kamer: op dit moment zeg jij niet meer dat je een jongen bent. Dat is voorbij, de ?tijd van vier jaar geleden, toen je in een ander stadium van je kinder?tijd kwam. Voor drie jaar dacht je dat je anders zijn betekende dat je een jongen was, en ik voelde al die tijd dat ik nauwelijks adem heb gehaald. Ik wist wat de NHS zei over kinderen die volhoudend, consequent en volhardend waren door te zeggen dat ze van het andere geslacht waren. Kinderen die alleen met het andere geslacht speelden. Kinderen die buitengewoon verdrie?g waren omdat ze werden gedwongen de kledij of het haar van de ‘verkeerde’ gender te dragen. Dit was jij.

Niet meer. Je hebt nog steeds dezelfde voorkeuren en antipathieën (je staat bekend om je standvastig?gheid) maar nu, voor deze kostbare tijd, ben je er trots op een ander soort meisje te zijn. Je schaamt je als je eraan herinnerd wordt dat je ooit iets anders hebt gezegd, afglijdend van de bank met een oogwenk naar je jeugdige zelf terwijl je gaat voetballen met je vrienden.

Dus waarom maak ik me zorgen? Waarom zit ik hier bij deze ouders, één van hen en niet één van hen? Misschien zou ik hier niet zijn als ik geen leraar was. Weet je, ze zijn niet veel ouder dan jij, die meisjes. De meisjes die ik al?jd heb lesgegeven, waarvan we wisten, dat ze hun armen sloten en hun lichaam verborgen voor hun naderende vrouwelijkheid. Deze meisjes kozen ervoor om zichzelf uit te hongeren totdat ze verdwenen. Aan het begin van mijn loopbaan kozen ze voor scheermesjes om het vlees dat ze haast?en weg te pellen.

En nu hebben ze een andere manier.

Eén van mijn vriendinnen op school had zich niet verhongerd of gesneden. Maar ze hield op met ons te praten, begroef zichzelf in haar boeken en werd nooit meer gezien. Toen ik begon met lesgeven, herkende ik dit meisje voor het eerst in anderen, en bese?fte dat ze lesbisch was geweest en dat was het verschil, dat was de moeilijkheid. Ik vond het verschrikkelijk dat ze het nooit had kunnen zeggen. Nu kijk ik echter naar deze meisjes, deze die anders zijn (net zoals jij) en ze gaan op in een regenboogfantasie. Ze kleden zich zoals butches altijd hebben gedaan, maar zo noemen ze het niet meer. Nu noemen ze het “een jongen zijn”. Ze binden hun borsten. Ze veranderen hun naam. Ze staan in de rij voor medicijnen en operati?es.

Voor de kans om een nieuw iemand te zijn. Om te ontsnappen. Zelfs vijf jaar geleden had ik dit nog nooit op mijn school gezien. Nu is het alledaags.

In de lerarenkamer applaudisseren mensen. Ze zeggen tegen mij: “is het niet geweldig dat deze kinderen eindelijk zichzelf kunnen zijn”, terwijl ze zichzelf bewust corrigeren rond de nieuwe voornaamwoorden, de nieuwe namen. Leraren beschouwen zichzelf als accepterend en vriendelijk: dit is nu vriendelijkheid. Er zijn er maar heel weinig die bezwaar maken, en de meeste hiervan zijn de zeurders: “wat, nog een?” zeggen ze, en rollen met hun ogen omdat het hun leven moeilijker maakt. Er zijn er minder die op mij lijken, die op deuren kloppen en zeggen “misschien is dit gevaarlijk?” Al?tijd proberen zo neutraal mogelijk te zijn: ik ben me ervan bewust dat vrouwen zoals ik als gevaarlijke heksen worden beschouwd. Ik wil mijn baan niet verliezen.

Maar ik ben aan het a?ftellen. Ik heb drie jaar tot je een ?tiener wordt. Drie jaar tot je bij mij vandaan begint te lopen en andere stemmen voor de mijne hoort. En ik weet het, ziet u, wat daarbuiten is. Ik heb de LGBT+ vergaderingen gezien, de posters aan de muren en de folders; de woorden die je leraren in de mond stoppen. U krijgt te horen dat gender aangeboren is en dat u geen echt meisje bent. Kan de weerstand die we tegen dit idee hebben opgebouwd overleven als je je van mij naar de buitenwereld wendt?

Dus ik zit hier, in deze kamer, en luister en spreek en huil. En ik weet dat deze kleine en kwetsbare groep zal opnemen wat we hier zeggen en het in de wereld zal dragen in de hoop deze te veranderen. Wat anders kunnen we doen? Jullie hebben ons nodig.