Steeds meer twijfels over Dutch Protocol
Eenzijdig artikel
In het NRC van 27 januari verscheen een artikel (archived) over twijfels over de behandeling met puberteitsremmers van jongeren die zich ongelukkig voelen met hun geslacht. Hoewel we toejuichen dat er, bijna twee jaar nadat Peter Vasterman voor het eerst in de krant vraagtekens zette bij het “Dutch Protocol’, aandacht is voor de keerzijde en twijfels over deze behandeling, is het jammer dat de journalist alleen om toelichting heeft gevraagd bij de ‘uitvinders’ van het zgn Dutch protocol. Die beantwoorden de vraag in de kop “zijn de twijfels over puberteitsremmers voor transgenderjongeren terecht?” eigenlijk met een “welnee!”.
Zorgvuldigheid een mythe
Dat is vooral jammer omdat de laatste tijd het Dutch protocol streng tegen het licht gehouden is, zoals bijvoorbeeld in dit (peer revierwed) artikel van Abruzze, Levine en Mason, met de veelzeggende titel ” de mythe van ‘betrouwbaar onderzoek’ in gezondheidszorg voor de jeugd: een kritische evaluatie van de Nederlandse studies- en vervolg onderzoek.”
De auteurs bespreken hoe eigenlijk alle medicijnen die voor kinderen gebruikt worden zeer goed getest worden, maar bij ‘genderbevestigende medische ingrepen’ de nadelen worden gebagatelliseerd en weggewuifd en de voordelen zwaar worden overdreven. Bovendien wordt elk tegengeluid afgeschilderd als onwetenschappelijk en transfoob. Ze bekijken dus de kwaliteit van de eerste studies, waarin het “Dutch protocol”, dat wereldwijd veel navolging heeft gekregen, gelanceerd werd.
Het is een zeer interessant artikel, hieronder zetten we enkele citaten (via google-translatie)
De auteurs geven aan dat eind jaren tachtig de groep patiënten heel klein was en het zgn ‘evidence based medicine’ nog niet zo in zwang, er werd vertrouwd op experts en minimaal onderzoek. In levensbedreigende situaties kan het goed zijn om iets nieuws te proberen, maar daarna moet goed onderzocht worden of iets echt helpt of dat het toeval was en of de voordelen tegen de nadelen opwegen, om te voorkomen dat de verspreiding op hol slaat. En dat laatste is gebeurd in de jeugd gender-geneeskunde.
Omkeerbaar?
Een ander kritisch artikel, van Michael Biggs, gaat vooral in op de mythe dat puberteitsremmers omkeerbaar zouden zijn. Dat zijn ze dus niet. Bovendien werken ze niet als pauzeknop, maar waarschijnlijk als opstapje naar de hormonen van het andere geslacht. Omdat ze bovendien de puberteit onderdrukken, groeit het geslachtsorgaan van jongens te weinig om met succes een zgn neovagina te creëren. De operatie wordt moeilijker en een jonge patiënt is daarbij overleden.
Veel kinderen met genderdysforie groeien op tot homo’s of lesbiennes, maar door puberteitsremmers wordt de ontwikkeling van hun seksualiteit geremd, terwijl door en na de puberteit (hoe moeilijk die ook kan zijn) veel jongeren tevredenheid vinden met het lichaam en de sekse die ze hebben en waar ze op vallen. Deze kans wordt hun dus ontnomen.
Niet geïndiceerd
De medicijnen zijn ook helemaal niet bedoeld als ‘gendermedicijnen’, en de fabrikant heeft ze daar nooit voor laten keuren. Het overgrote deel van de patiënten gaat over op hormonen van het andere geslacht. Het gekke is, dat de natuurlijke puberteit als een soort ziekte wordt gezien, met de hormonen van het eigen geslacht als ziekmakend. Maar dezelfde soort hormonen worden dan voor een ander persoon als medicijn gebruikt!
Biggs beschrijft ook hoe dun het bewijs is dat de patiënten echt beter worden van de behandeling.
In dit interview met Stella O’Malley en Sasha Ayed van de podcast ‘A wider lens’ vertelt hij er over
Jongeren met osteoporose
Dit artikel verwijst naar een groot artikel in de New York Times, waarin drie kinderen worden beschreven die puberteitsremmers gebruiken. Ten gevolge van de behandeling kunnen er o.a. ernstige problemen met botdichtheid optreden
Placebo
Alison Clayton schreef een zgn Letter to the Editor in de Archives of Sexual Behavior. Ze beschrijft hoe de wijze waarop Genderdysforie met Gender Affirming wordt behandeld een ‘perfect storm’ is voor het placebo-effect, een placebo is een ‘nep-medicijn’ wat toch lijkt te werken omdat de patiënt er in gelooft. De positieve relatie tussen de behandelaars en patiënten heeft op zich al een goede invloed op het welbevinden van de patiënt. Op zich zou dat alleen maar gunstig zijn, ware het niet dat de patiënt een behandeling ondergaat met veel bijwerkingen en er geen controle onderzoek is geweest naar die medicijnen.
Suïcide voorkomen?
De ernstige bijwerkingen worden vaak gebagatelliseerd door te stellen dat de ’transgender’ jongeren een grote kans hebben om zelfmoord te plegen als ze die behandeling niet krijgen. Maar veel adolescenten die menen dat ze transgender zijn, lijden ook aan andere mentale problemen, en de kans op suïcidaal gedrag is daardoor (ook?) verhoogd. Door te focussen op de genderproblemen los je uiteraard de andere problemen niet op. Op dit blog lees je er meer over. (inclusief links)